Waarom Grounded Theory ons beter laat begrijpen wat solidariteit en technologie werkelijk betekenen
Door dr. Bert Breij
Wetenschap kan gemakkelijk van mensen vervreemden. Theorieën die boven het leven zweven. Modellen die eerder afstand scheppen dan inzicht bieden. Precies daarom heeft Grounded Theory mij altijd aangesproken. Deze methode laat zien hoe krachtig het is om niet vooraf te bedenken hoe de wereld eruitziet, maar om die stap voor stap, luisterend en observerend, te ontdekken. Grounded Theory haalt wetenschap terug naar de werkvloer, de keukentafel, het alledaagse leven.
Solidariteit en technologie zijn vandaag een terrein waar dat meer dan ooit nodig is. Technologie verandert hoe we samenleven. Soms versterkt ze solidariteit: mensen vinden elkaar via platforms en apps. Soms ondermijnt ze de verbinding: algoritmen onttrekken het menselijke gezicht. Wie hierover theoriseert zonder diep te luisteren naar echte ervaringen, mist de kern.
Grounded Theory dwingt de onderzoeker tot bescheidenheid. Je begint niet met het invullen van de werkelijkheid, je laat de werkelijkheid zich ontvouwen. Je verzamelt verhalen, observeert kleine gebaren, vangt twijfels en hoop. Je codeert niet om te versimpelen, maar om ruimte te geven aan wat er werkelijk speelt.
Grounded Theory is geboren uit verzet tegen ivoren torens. Barney Glaser en Anselm Strauss ontwikkelden de methode in de jaren zestig. Hun boek The Discovery of Grounded Theory (1967) bracht een revolutie: wetenschap moest groeien uit echte ervaringen. In Awareness of Dying (1965) lieten zij zien hoe patiënten en zorgverleners werkelijk omgaan met sterven – veel rijker en complexer dan bestaande modellen veronderstelden.
Sindsdien is Grounded Theory stevig verankerd. Juliet Corbin en Anselm Strauss pasten het toe op gezondheidszorg en arbeidsverhoudingen. Kathy Charmaz introduceerde een meer constructivistische benadering (Constructing Grounded Theory, 2006). Adele Clarke breidde de methode uit naar maatschappelijke vraagstukken met haar Situational Analysis.
Grote ondernemingen zoals IBM, Boeing en Google gebruiken Grounded Theory-principes om klantbeleving, innovatie en organisatieprocessen te doorgronden. In de Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Australië is Grounded Theory een vaste waarde, zowel in universiteiten als in bedrijfsleven en beleid.
Als we solidariteit en technologie via Grounded Theory onderzoeken, zien we meer dan cijfers of trends. We zien hoe solidariteit vaak begint in kwetsbare momenten: iemand die hulp vraagt via een app, iemand die een onbekende ondersteunt via een platform. We ontdekken dat vertrouwen langzaam groeit, dat verbondenheid zichtbaarheid vraagt, dat technologie kan bemiddelen maar nooit het menselijke contact volledig kan vervangen.
Grounded Theory maakt wetenschap praktisch. Beleidsmakers, ontwerpers en initiatiefnemers kunnen er direct mee aan de slag. Inzichten komen niet uit abstracte modellen, maar uit het echte leven.
Wie werkt aan de toekomst van solidariteit en technologie, heeft geen behoefte aan pasklare antwoorden. Wel aan open, eerlijke, mensgerichte kennis. Dat is wat Grounded Theory biedt. Dat is waarom ik deze aanpak zie als een van de meest menselijke vormen van wetenschap.
Wie de werkelijkheid wil begrijpen, moet haar eerst de ruimte geven om zichzelf te laten zien.