Skip to main content

Een kort essay van de Redactie DeSolidariteit over beleidstekort, gemiste kansen en gevolgen voor de jeugd

De Nederlandse maakindustrie vormt een stille, maar krachtige motor onder onze economie. Hier worden producten ontwikkeld die ons dagelijks leven vormgeven: van hightech machines tot duurzame materialen. Meer dan de helft van alle private investeringen in onderzoek en ontwikkeling komt uit deze sector. Toch wordt deze ruggengraat van innovatie nog altijd onvoldoende erkend in het beleid van de Nederlandse overheid.

Er is geen gebrek aan intentie. In beleidsnota’s en toespraken wordt regelmatig verwezen naar het belang van de maakindustrie voor vergroening, digitalisering en strategische autonomie. Maar deze woorden worden zelden gevolgd door structureel en doortastend beleid. De overheidssteun is versnipperd, tijdelijk en onvoldoende gericht op de lange termijn. Vooral het midden- en kleinbedrijf, dat verantwoordelijk is voor het grootste deel van de werkgelegenheid in de sector, blijft steken in administratieve barrières en gemiste subsidies. Grote bedrijven vinden hun weg wel, maar het innovatieve mkb raakt achterop.

De publieke investeringen in R\&D blijven onder het EU-gemiddelde. Terwijl landen als Duitsland, Zuid-Korea en Zweden fors inzetten op technologie, blijft Nederland hangen in voorzichtigheid. En juist op een moment waarop geopolitieke spanningen, klimaateisen en technologische afhankelijkheid om richting vragen. In deze terughoudendheid schuilt een groot risico: het structureel verzwakken van de basis waarop onze toekomstige economie rust.

De gevolgen reiken verder dan economische statistieken. Jongeren, die straks deze economie moeten dragen, krijgen onvoldoende prikkels én kansen om hun talenten in techniek en innovatie te ontplooien. Het technisch beroepsonderwijs staat onder druk, vakmanschap wordt nauwelijks zichtbaar gewaardeerd, en opleidingen sluiten onvoldoende aan bij de snel veranderende praktijk. Jongeren die wél willen, botsen op een muur van bureaucratie of zien hun opleiding verdwijnen. Zo verspelen we niet alleen banen, maar ook toekomstperspectief.

Als we willen dat de jeugd van vandaag meehelpt aan een duurzame, digitale en rechtvaardige toekomst, dan moeten we nú investeren in hun mogelijkheden. Dat begint bij een krachtig en consistent industriebeleid. Een beleid dat techniek en solidariteit met elkaar verbindt, dat vakmanschap waardeert en jongeren uitnodigt om te bouwen aan iets groters dan henzelf. Alleen dan blijft de maakindustrie de motor van innovatie – én van hoop.

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Laat een reactie achter!x