Morgen en ook in de periode daarna roepen verschillende maatschappelijke organisaties de Tweede Kamer met klem op om uiterst voorzichtig om te gaan met de verdere individualisering van het eerder aangenomen nieuwe pensioenstelsel. Volgens deze organisaties dreigt een stelsel te ontstaan waarin het collectieve fundament — solidariteit tussen jong en oud, arm en rijk, gezond en ziek — wordt ondermijnd door een toenemende nadruk op persoonlijke keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
Het Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO), dat spreekt namens het bredere Netwerk Zelfstandige Ondernemers, wijst op het groeiende aantal werkenden zonder traditionele werkgever. Deze groep bouwt vaak geen of onvoldoende pensioen op. PZO pleit voor meer flexibiliteit in de opbouw, maar waarschuwt dat te veel nadruk op het individu de solidariteit uitholt en het draagvlak voor collectieve regelingen ondermijnt.
Ook het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) mengt zich in het debat, mede op basis van een verkenning die het samen met de Stichting Toekomstbeeld der Techniek uitvoerde. Daarin stelt het SCP dat technologische ontwikkelingen en toenemende digitalisering het maatschappelijke weefsel kunnen verzwakken. Als mensen het gevoel krijgen dat ze er alleen voor staan — zowel financieel als digitaal — daalt het vertrouwen in instituties zoals het pensioenstelsel. Vooral mensen met minder digitale vaardigheden dreigen het contact met deze collectieve voorzieningen te verliezen.
De Stichting DeSolidariteit, die zich inzet voor het versterken van solidariteit in een tijd van versnelling en vervreemding, sluit zich nadrukkelijk aan bij deze oproep. Volgens DeSolidariteit is het pensioenstelsel niet alleen een financieel systeem, maar ook een moreel anker: het verbeeldt de bereidheid van generaties om voor elkaar op te komen. In een tijd waarin technologie steeds vaker leidt tot versnippering en personaliseren, is het volgens DeSolidariteit des te belangrijker om institutionele vormen van wederkerigheid te behouden. De stichting wijst erop dat solidariteit geen vanzelfsprekend gevolg is van technische vooruitgang, maar een bewuste keuze die politiek en maatschappelijk gedragen moet worden.
De drie organisaties vrezen dat het nieuwe pensioenstelsel, in combinatie met technologische versnelling en sociale fragmentatie, leidt tot grotere ongelijkheid en minder onderlinge betrokkenheid. Zij pleiten daarom voor een hernieuwde bezinning op de verhouding tussen individuele keuzeruimte en collectieve zekerheid. Alleen dan blijft solidariteit — in de kern van het pensioenstelsel én in het hart van de samenleving — overeind.